… en ga ik liever naar het Gelderlandplein?
Wandel & Handel
Ik heb in Hilversum mijn jeugd doorgebracht en toen ik dit citaat in mijn middelbareschooltijd tegenkwam was mijn trots wel een beetje gekrenkt. Maar ik kan Campert geen ongelijk geven.
Wie zoals hij in de jaren zestig of zeventig van de vorige eeuw het station uit liep stond oog in oog met een curieuze verzameling kroegen, winkeltjes en cafetaria’s in vaak vervallen pandjes.
In de aanloopstraatjes en steegjes naar de hoofdwinkelstraat, de Kerkstraat, was het al niet veel beter. Ook mijn looproute van station naar ouderlijke huis was niet bestemd voor mensen met een depressie.
In het begin van het tijdperk van het grote consumeren was de Kerkstraat niet alleen het centrum van de gemeente, maar van de hele regio. En toen was er een lokale ontwikkelaar en aannemer die een uniek plan bedacht om de naam van Hilversum definitief te vestigen als het winkelhart van de regio. Hotel de Karseboom en omringende armoedige pandjes werden in vrachtwagens vol puin afgevoerd om plaats te maken voor Hilvertshof, het eerste overdekte winkelcentrum van het land met liefst 85 winkels.
Hilvertshof had inderdaad een grote zuigkracht op het winkelend publiek, maar begon snel de pijn te voelen van het grootste winkelcentrum dat een maand later 16 km verderop werd geopend in hartje Utrecht. Vanuit Hilvertshof was het 300 meter wandelen naar het station en met een treinritje van 15 minuten stond je in ‘het winkelhart van Nederland’.
Met Hilversum kwam het eigenlijk nooit meer goed. De plaats was duidelijk slachtoffer van wat je met de kennis van nu old school stadsontwikkeling kunt noemen. Opeenvolgende colleges probeerden van alles om de auto ruim baan te geven. Huizen, plantsoenen en tuinen werden geasfalteerd in een volgende poging de verkeersinfarcten waar de stad berucht om is geworden, tot staan te brengen.
De oplossing die tot op de dag van vandaag het meest geliefd is en nog steeds geen oplossing heeft gebracht: eenrichtingsverkeer. Wie eenmaal in Hilversum rondrijdt, vindt de uitgang nooit meer.
De huidige eigenaar van Hilvertshof, Kroonenberg Groep, heeft gelukkig het volste vertrouwen in de stad. Zomer 2017 heropende het winkelcentrum na een renovatie van tientallen miljoenen. Grote puien, inpandige roltrappen, luxe afwerking, nieuwe looproutes, minder ingangen en jawel, een Primark.
Hoe fraai en spectaculair Hilvertshof ook is vernieuwd, toch loop ik er met een zekere tegenzin binnen. Ik betrap me er op dat ik eigenlijk liever 25 minuten naar het Gelderlandplein rijd dan 15 minuten naar Hilvertshof. En dat is raar want beide centra zijn van dezelfde eigenaar en beide zijn ongeveer tegelijkertijd vernieuwd op basis van vergelijkbare uitgangspunten. Zelfs het architectenbureau is hetzelfde.
Natuurlijk, Gelderlandplein is een bijzonder geval. Ingeklemd tussen de Amsterdamse Beethovenstraat, de Zuidas en het winkelhart van Amstelveen heeft het de functie van een wijkwinkelcentrum. Maar dan wel een zeer luxe en gezellige versie. Met een regionale aantrekkingskracht..
Wat betreft comfort, uitstraling en onderhoud zijn beide centra onmiskenbaar van dezelfde eigenaar. Ze zijn licht en ruim, dankzij de grote raampartijen en stenen vloeren glimmen te winkels je tegemoet. En minstens zo belangrijk: schone toiletten en geen zwerfvuil te zien. Een hoogstaande afwerking, tot in de details.
Het grote verschil is het winkelareaal. Gelderlandplein heeft veel verschillende winkelformules, maar je moet als consument niet schrikken van de bedragen op de prijskaartjes.
Lokale detaillisten in een gezonde mix met kleinere landelijke ketens die het Gelderlandplein soms weer gebruiken voor het testen van nieuwe winkelconcepten. Alleen hier vind je bijvoorbeeld een Jamin-vestiging met een uitgebreid notenassortiment. Voor een Primark, Zara, Mango of H&M hoef je niet naar Buitenveldert te rijden.
Die zitten juist weer in Hilvertshof, dat speciaal voor hen is verbouwd. Naast wat leegstand en een paar kleinere winkeltjes (geen winkelcentrum van Kroonenberg kan bijvoorbeeld zonder schoenmakerij en vishandel) heb je daarmee de invulling van de twee verdiepingen wel gehad.
Het meest opvallende verschil is de horeca. Waar het Gelderlandplein een rijke uitstalling heeft aan eet- en drinkgelegenheden van allerhande nationaliteiten, moet Hilvertshof het met een koffietentje en een lunchroom doen.
Ik snap dat: het Hilversumse winkelcentrum is omsingeld door horeca waar het Gelderlandplein slechts één restaurant aan de overkant van de straat moet dulden.
Maar zonder horeca en met een paar ketens die je in elke stad kunt bezoeken, is zonneklaar waar het in Hilvertshof aan ontbreekt: verrassing. Als je eenmaal weet waar de bekende namen zitten, met dezelfde rekken met kleren die je al in andere steden hebt gezien, ken je Hilvertshof uit je hoofd.
Met Mango bij de ene hoofdentree en een Dirk bij de andere, is er ook niets dat roept: kom naar binnen! Geen verleiding en nog minder beleving. Dat is toch waar het in retail tegenwoordig om draait?
Het Gelderlandplein is qua vloeroppervlak ongeveer even groot als Hilvertshof maar dat is bijna 30.000 m2 verleiding. Bij iedere ingang kun je iets verrassends eten of drinken, van een Franse boulangerie tot een Vietnamese toko. Het winkelaanbod is gevarieerd en voor ieder type bezoeker interessant.
Gelderlandplein is een overdekt Laren – althans, het Laren van een paar jaar terug – en Hilvertshof is een overdekte Nieuwendijk. Je scoort er wat uitverkoopjes, als je nog een twintigste polo nodig hebt, en dan ga je snel door naar het Gelderlandplein voor je afspraak van 14.00.
Het verschil tussen Hilvertshof en het Gelderlandplein is het verschil tussen verveling en bezieling. Daarom loop ik met een boog om Hilvertshof heen en was mijn favoriete looproute van mijn parkeerplek naar de Zuidas altijd dóór het Gelderlandplein.
Het enige gemis? Een mooie grote boek- en tijdschriftenwinkel. Maar dat is mijn persoonlijke tic.