Wandel & Handel
Mijn ouderlijk huis had een serre. Een houten aanbouw met veel glas en twee schuifdeuren. Ik denk dat wat ooit een buitendeur was, is herontwikkeld tot tussendeur. De scheiding tussen de woonkamer en de nieuwe aanbouw.
De serre was er al vanaf mijn geboorte. Hij bood onderdak aan de jonge jaren van mijn twee oudere broers.
Ooit was hij de kamer van de oudste die daar zijn Ludwig-versterker had staan zodat we allemaal konden meegenieten van zijn gitaarspel. Meestal waren dat nummers van Elvis Presley.
De serre kreeg toen ook een buurtfunctie. Het geluid zette hij zo hard dat leeftijdgenoten uit de straat zich voor zijn muziektempeltje verzamelden.
Later begon hij een bandje. Dat waren teveel mensen en instrumenten voor een serre dus nam hij zijn intrek in de werkplaats van mijn vader. Naast het potkacheltje waar deze zijn lijm kookte stond het drumstel van de band.
Toen mijn broer de muzikant het huis uit ging, werd de serre het domein van mijn andere broer. Hij was loodgieter en hield daar kantoor.
Ook hij ging een paar jaren daarna zijn eigen weg. De serre was vacant, een mooi moment om daar mijn eigen verblijfplaats van te maken. Visnetten met kerstlampjes aan het plafond, heel veel zilverpapier tegen de wanden. Daar draaide ik mijn eerste gekochte langspeelplaat, Deja Vu van Crosby, Stills, Nash & Young.
Later zag ik dat serres een heel andere functie hadden. Maar dat was dan bij grote woonhuizen en landhuizen, wat mijn ouderlijk huis beslist niet was.
Daar was de serre vaak een soort oranjerie waar je exotische planten liet smachten naar de voorjaarswarmte. Of papa had er zijn bibliotheek waar hij van zijn pijp genoot. Maar in de meeste gevallen was een serre het grijze gebied tussen woonkamer en tuin. Daar werd thee gedronken met de pink omhoog en geconverseerd met vrienden en vriendinnen
Ik moest aan onze serre denken toen ik onlangs een film zag die zich afspeelt in een buitenwijk van een Amerikaanse stad. Denk aan witte houten huizen waar de krantenjongen al fietsend het papier met een elegante zwaai voor de voordeur dropt.
Dat kan hij zonder risco op klachten doen want meestal hebben dit soort huizen een veranda aan de straatkant. De veranda speelt een belangrijk rol in het buitenleven van de Amerikaan-in-de-film. Hier staat de barbecue te knetteren en het bier koud.
Ik was verrast toen ik voor de eerste keer in Denemarken en Zweden was. Ons vakantiehuis had ook een veranda. Je zou denken dat het weer daar dusdanig is dat je maar een paar maanden lol hebt van je buitenstek. Toch speelt ook hier een deel van het gezins- en buurtleven zich op de veranda af, het hele jaar door.
Als ik de woonprogramma’s op de Nederlandse zenders moet geloven, zitten we ook nu in het tijdperk van het gedeeltelijk overkappen van onze tuinen. Niet zomaar een afdakje in de hoek van de tuin, nee, een heuze uitbouw voor loungebanken, een buitenkeuken en heaters. Want we willen niet alleen op zwoele zomeravonden barbecueën, ook op eerste kerstdag.
ik vind het een gemiste kans dat deze aanbouwsels alleen aan de achterkant van huizen verrijzen. De tuin als verlengstuk van de woonkamer. Dat doet me dan weer aan onze oude serre denken.
Zou het niet leuk zijn als wij, Nederlanders, er voor kiezen de voorkant van onze huizen uit te breiden met een veranda? Met schommelstoel en een bankje voor voorbijgangers?
Een veranda is ideaal om op anderhalve meter afstand met langslopende buren te kletsen, om je met krant of laptop te installeren, of een biertje te drinken.
In plaats van ons op te sluiten in de achtertuin zou het de levendigheid in de straat bevorderd hebben.
Ik heb de afgelopen weken veel foto’s voorbij zien komen van mensen die in vensterbanken van de zon genieten. Of op hun balkon klappen voor het zorgpersoneel. Dat was in de steden, in de buitenwijken bleef het naar mijn waarneming erg stil. Wij parkeren liever de auto in de voortuin of leggen hem vol met tegels, als het in hemelsnaam maar geen plek wordt waar je met de buurvrouw kunt ouwehoeren.
Als we onze steden willen transformeren in leuke en gezonden woonomgevingen, stel ik voor dat een bouwvoorschrift wordt dat ieder huis met een voortuin ook een veranda moet krijgen. Uiteraard leveren we daar graag de parkeerruimte voor in.
De expertise is voorhanden: er zijn volop aanbieders van serres en tuinoverkappingen. Ze zullen alleen moeten wennen aan het feit dat de straatkant hun werkterrein wordt, niet de achtertuin.
Gelukkig: hulp is onderweg, Nederland hoeft niet helemaal veranda-loos verder. De plannenmakers van woonwijk Zuiderpark in Tilburg hebben de bewoners goed bedeeld met mogelijkheden er een leuke woonbuurt van te maken. Centraal in het plan zijn niet de straten maar de plantsoenen. En de huizen zijn rijkelijk voorzien van, juist, veranda’s.
Kortom, community, integratie, interactie, inclusiviteit, aan alle hedendaagse trefwoorden is gedacht.
Helaas heeft mijn nieuwe huis een ‘Delfts’ stoepje’. Maar er staat inmiddels wel een bankje.

Leuk verhaal Erik. Ik zit lekker onder onze kersverse, net gebouwde, veranda. Ja, achter in de tuin. In de voortuin zitten is toch nog wel een dingetje. Maar jouw verhaal is leuke inspiratie om onze voortuinen anders in te richten.
LikeLike
Dankjewel, Arnoud.
LikeLike