Wandel & Handel
Een grote klimaatramp wordt verpakt in enorme metalen dozen in de Noordhollandse weilanden. Dankzij een wethouder die liegt en een provinciaal bestuur dat slaapt. Dit falen laat zien dat we snel een minister nodig hebben, niet van Woningbouw maar van Ruimte.
U kent ze vast wel, gemeenten waarvan u zich afvraagt wat alle mensen in die stadskantoren doen. Neem de gemeente Huizen, 44.000 inwoners maar officieel geen stad. Een dorp dus. Met dorpse trekken.
In het gemeentehuis – in een dorp kun je geen stadskantoor hebben, nietwaar – is uiteraard ooit een keurige structuurvisie gecomponeerd, er staan diverse projecten op stapel maar over hoe de gemeente denkt om te gaan met de impact van corona is zwijgt het bestuur. Wat gaat het betekenen voor de lokale economie? Stilte. Hoe bestrijden we de oplopende winkelleegstand? Wat te doen met het kreperende Blokker-pand dat grotendeels leeg staat? Wordt binnenkort meer over bekend, zei de gemeente in oktober 2020. Sindsdien is er geen decibel meer over te horen geweest. Wanneer wordt het marktplein eens aantrekkelijk voor bezoekers? Opnieuw een diepzinnig zwijgen. Hoe reageert de gemeente op de slopers die als dieven in de nacht een stuk industrieel erfgoed tegen de grond hebben gewerkt? OK, de wethouder heeft zijn verbazing uitgesproken…. nadat hij vlak daarvoor had geweigerd het pand een gemeentelijke monumentenstatus toe te kennen. Hoe lang heeft de gemeente nodig gehad om een plan voor woningbouw op een braakliggend terrein pal naast het centrum goed te keuren? 15 Jaar.
Acht, dit soort amateurisme, u kent de voorbeelden uit uw eigen stad of dorp.
Je hebt ook (steeds meer) gemeenten die moeten bezuinigen. Was het niet Rutte die zei dat er in zijn nieuwe regeerperiode de geldkraan niet zou dicht gaan? Onzin. Kijk naar Amsterdam waar ambtenaren de uitgang mogen zoeken. Met als gevolg dat er onvoldoende mankracht is om nieuwe woningbouwprojecten te faciliteren. Uitgerekend op een van de meest onontkoombare dossiers moet de stad op de rem trappen. Tja, denken beleggers, met zo’n stad als opdrachtgever is het lekker zaken doen.
Gelukkig zijn er ook gemeentebesturen die niet wegduiken achter een zerk om straks de teraardebestelling van hun winkelstraten of woningbouwbeleid te kunnen bekijken.
Neem Oosterhout. Hier koopt de gemeente gewoon het winkelcentrum zodat het de sanering van het kernwinkelgebied in eigen hand heeft. Leegstand maakt plaats voor woningen. En het gemeentehuis.
Tilburg heeft een wethouder die onderhand al een decennium lang het vastgoedbeleid personificeert. Berend de Vries is zijn naam en hij houdt het liefst kantoor in de trots van zijn portefeuille, de LocHal. Problemen met de retailers in de stad ziet hij niet. Hij is al zes jaar bezig het winkelgebied te verkleinen. En hij is blij dat de megamall die ooit in de regio gepland was, niet is doorgegaan. Geluk valt je niet toe, dat dwing je af.
Voor de extra woningen die Tilburg moet bouwen doet hij iets heel voordehandliggend: hij zoekt de omliggend dorpen op. En dat geldt ook voor het aantrekken van bedrijvigheid. De stad trekt met Breda op om bedrijven in de sector kunstmatige intelligentie naar zich toe te halen, met Waalwijk werkt Tilburg samen op het gebied van logistiek.
Gebroederlijk optrekken levert in visie van De Vries meer op dan elkaar de kroeg uit concurreren.
Ook in Assen is het de gemeente die doorpakt. Tot 2030 wordt het winkelareaal bijna gehalveerd. Commerciële en publieke functies worden geconcentreerd rond een van de pleinen. Boven de winkels die de slag overleven komen woningen, aanloopstraten worden woonstraten, auto’s verdwijnen uit het zicht en maken plaats voor groen, parken of terrassen. OK, het is nog maar een visie maar er wordt ten minste nagedacht.
De kleine gemeente Eemnes – iets meer dan 9000 inwoners maar nog steeds zelfstandig – snapt ook dat je niet op je handen kunt zitten. Het heeft in stilte een aantal weilanden gekocht, bestemd voor woningbouw. Ontwikkelaars moeten aan een strak pakket eisen voldoen om een programma van sociale woningbouw en middenwoningen te garanderen. Het eisenpakket moet ook verhinderen dat huren in het gezicht van volgende huurders exploderen en het legt doorverkoop van huizen aan banden. Zeg maar de ideeën die wethouder Laurens Ivens graag in Amsterdam wil introduceren maar waarvoor Eemnes zich vast als field lab test opwerpt.
Je kunt het als gemeente ook overdrijven. Het komt niet vaak voor, maar ik heb er een gevonden. Hollandse Kroon. Daar trekt een wethouder in z’n eentje het achtste wereldwonder uit de klei. Middenmeer als toegangspoort tot de wereld. Op een manier waarvan je denkt: wat doortastend, hoe besluitvaardig, wat een tempo. En de volgende gedacht: zit er niet een luchtje aan?
Inderdaad. In de kop van Noord-Holland is een agrarische bedrijvenpark omgekat tot een hub voor twee megadatacenters van Microsoft en Google. Wat de gemeente betreft gaan er nog vijf volgen. Dat is prachtig, hield de wethouder de raadsleden voor. De restwarmte wordt gebruikt voor het verwarmen van honderden woningen.
Daar blijkt dus niets van te kloppen. Wat wel klopt is dat de centers een ontzagwekkende hoeveelheid energie verorberen en daarvan niets terugleveren. Onlangs brachten de lokale media bovendien naar buiten dat ze ook nog eens zeer veel drinkwater slurpen. Door het gegoochel met vergunningen mogen deze complexen gekoeld worden met kraanwater. Ons heerlijke Nederlandse drinkwater wordt echter eerst ernstig vervuild met chemicaliën om verkalking van de servers tegen te gaan. De waterconsumptie van de datacenters is zo groot dat ze op warme dagen de drinkwatervoorziening van heel de provincie in gevaar kan brengen. Bij leveringsproblemen hebben Microsoft en Google voorrang op u en mij. Denkt u daar maar aan als u deze zomer op internet flessen water bestelt omdat er geen druppel meer uit uw kraan komt.
Een datacenter is inmiddels in vol bedrijf, de tweede wordt in elkaar gesleuteld. Pas nu is Provinciale Staten wakker geschrokken. Ze gaat procederen tegen Hollandse Kroon met als inzet: het is de provincie, niet de gemeente, die de vergunningen had moeten verstrekken.
Het provinciaal bestuur van Noord-Holland heeft laten zien dat ze op dit soort dossiers niet competent is. En is het ook niet zo dat de provincies een janboel maken van stikstofbeleid omdat ze ieder hun eigen plan trekken en het beleid anders interpreteren, zoals De Volkskrant op 20 maart constateerde? De Provinciale Staten zijn geen deugdelijke organen om het ruimtelijk beleid van ons land vorm te geven en uit te voeren.
Daarom is een Minister van Ruimte nodig die de impact van probleemdossiers als woningbouw, stikstof, het gevecht tussen natuurbeheer en landbouw, de locatie van windmolens, zonnepaneelakkers en kerncentrales onder zijn hoede neemt, de kaart van Nederland op tafel legt en keurig uittekent waar wat gaat gebeuren. En snel een beetje want er staan 1 miljoen huizenkopers, een klimaatakkoord en vijf datacenters op de stoep voor een vergunning.